Menu
BVO logo

Management Development: gesprekstechnieken voor de integraal (HR-)manager

“Weet je wat het is, Robin, ik voel me op zich wel weer goed genoeg om drie halve dagen aan het werk te gaan, maar ik trek die administratieve taken gewoon niet meer. Echt niet…ik kan wel huilen als ik eraan denk.” Kiki, jonge meid, prima HR-medewerker, bijna een halfjaar overspannen thuisgezeten. Afwezig roert ze in haar koud geworden koffieautomaatkoffie. “Ik wil iets anders, Robin. Ik wil méér. Ik wil iets betekenen op strategisch vlak.” Vóór mijn vakantie had ze haar re-integratiegesprek nog moeten voeren met een van onze personeelsadviseurs, nu praat Kiki met mij. Want ja, ook ik ben per vandaag een integraal manager. En ik moet zeggen: dat valt niet mee. 

“En toen kwam ineens die totaal onverwachte mokerslag”

Drie weken Frankrijk en nu alweer moe. Komt natuurlijk door die ruzie met M. (nee, toch niet zo slim om iets te hebben met een van je medewerkers en er dan ook nog mee op vakantie te gaan), maar ook en vooral door Duco. Ik had me nog zó voorgenomen om alles even van mij af te zetten: zijn speech voor het MT, het kortzichtige idee om onze managers per september HR-taken te laten uitvoeren, zijn gekmakende onvermogen op het gebied van mensen in het algemeen en integraal management in het bijzonder. Maar goed, het bloed kruipt…
           Dus na een paar dagen helemaal Zen te zijn geweest tussen oude kastelen, begon het malen weer: hoe zetten we dat integraal management nou een beetje stevig op poten? Zittend op onze veranda, terwijl de vroege middagzon in onze nek beet, viel mij ineens het antwoord in: Management Development. Management Development, met de nadruk op gesprekstechnieken. Dát was het! Want als onze managers íets moeten ontwikkelen binnen die integrale aanpak, dan is het wel de manier waarop ze met hun mensen praten.
           M. leek niet echt te luisteren. Hij zat daar maar achter zijn zonnebril, zweetpareltjes op zijn voorhoofd. En net toen ik dacht, ach, wat zit ik toch weer te zeuren over dat werk, kwam daar ineens die totaal onverwachte mokerslag: “Besef jij eigenlijk wel dat jij zelf ook ‘een van onze managers’ bent? Hoe zit het eigenlijk met jóuw gesprekstechnieken?” Páf! Vol in het gezicht. Zijn afrekening met mijn uitbarsting van die morgen: een collega belde, helemaal over de rooie, omdat M. een administratieve puinhoop had achtergelaten, waardoor de halve afdeling nu achter de feiten aanhobbelde. (Ze moesten daar by the way eens weten van M. en mij…) Ja, sorry, maar toen kwam de HR-manager in mij weer even naar boven. En dat heeft hij gemerkt ook! 

“Wat zég je tegen zo’n medewerker?”

Gek misschien, maar het echte effect van die mokerslag ervaar ik nu pas. Nu ik weer op kantoor ben, op deze druilerige maandagochtend, nu ik in mijn nieuwe hoedanigheid van integraal HR-manager geacht wordt een re-integratiegesprek te voeren met Kiki. Kiki, die wel kan huilen bij de gedachte dat ze binnenkort haar administratieve taken weer moet oppakken. Kiki, die anders en meer wil. Kiki, die iets wil betekenen op strategisch vlak. Wat zég je tegen zo’n medewerker?
                “Ik heb het idee dat mijn talenten niet voldoende worden benut. Ik heb een bedrijfskundige achtergrond, weet je. Het is niet dat ik dat operationele te min vind of zo, maar ik word er gewoon ziek van. Letterlijk ziek. De bedrijfsarts beaamt het, ik heb meer uitdaging nodig. Dus nu dacht ik: als ik dan toch ga re-integreren, laat ik het dan meteen goed doen. Zie jij mogelijkheden voor mij op strategisch vlak, Robin?”
            Tja, zie ik mogelijkheden voor haar? Zíjn er mogelijkheden?
           “Nou Kiki, mogelijkheden zijn er wel, in theorie. Nu al onze managers binnen de integrale aanpak ook HR-taken op zich gaan nemen, zullen ze vaker met ons willen sparren en zo…”
           “Ja! Daar zat ik dus ook de hele tijd aan te denken: hoe gaan jullie dat nu allemaal doen? Het is toch een berg verantwoordelijkheden die erbij komt.
           “Dat kun je wel zeggen ja…”
           “Nou, het lijkt mij echt súper om zo’n sparringpartner te mogen zijn!”
           “Ja nee, wacht even, Kiki. Hoe we dat precies gaan aanpakken en met wie, dat moeten we allemaal nog heel goed gaan bekijken binnen het Management Development Traject dat ik binnenkort wil uitzetten. Het is dus nog maar een idee…”
           “Een súperidee! Ik wil best jóuw sparringpartner zijn hoor, Robin!”
             Kiki straalde, ik zweeg. Het is op zich natuurlijk niet gek om de komende tijd een paar personeelsadviseurs te hebben die behalve operationeel ook strategisch inzetbaar zijn. Maar de vraag is dan: is deze Kiki dan wel zo geschikt als ze zelf beweert? 

“Hoe kun je doen alsof je níet weet wat je wél weet?”

Oké, M., jij wint. Doe mij maar zo’n cursusje gesprekstechnieken. Want waar dit gesprek heen gaat, ik zie het niet meer. Ik zie alleen maar dilemma’s.
           Enerzijds zou ik moeten gaan voor het belang van de werknemer. Ik zou Kiki dan bijvoorbeeld een korte training Professioneel Adviseren of Persoonlijke Kracht en Uitstraling of zo kunnen aanbieden. Zou goed zijn voor haar drive. Maar aan de andere kant is daar natuurlijk ook het belang van de afdeling. Juist nu we het met dat Management Development alleen maar drukker gaan krijgen, moeten die operationele zaken op orde blijven. En wát Kiki er ook zelf van zegt, operationeel is ze heel sterk. Eigenlijk zou ik er dus voor moeten zorgen dat ze het werk dat ze al doet weer leuk gaat vinden. Zal ze alleen niet sneller van gaan re-integreren, ben ik bang. 
           Ik moet weer denken aan die ruzie met M. Ook hij is die to-do-lijstjes meer dan zat, maar het verschil met Kiki is: hij is écht een strategisch talent. Als ik íemand zou moeten verlossen van al die operationele ditjes en datjes, dan hem.
           Bovendien: het zal mij niet verbazen als er binnenkort een aanvraag voor zwangerschapsverlof op mijn bureau ligt. Van Kiki. Want ja, dat weet ik dan weer (via via): nog liever dan een carrièremove, wil Kiki een kind. Moet ik dan nu dure training gaan zitten regelen voor iemand die er zo meteen toch weer maanden tussenuit knijpt?
           Ik weet het, het is niet zuiver om re-integratiebesluiten te baseren op persoonlijke informatie. Maar hoe kun je doen alsof je níet weet wat je wél weet?  
           Kiki straalde nog steeds. Tja, dat is waar een slecht gesprek dus toe kan leiden. Ik zal haar moeten teleurstellen, ook al niet goed voor haar re-integratie. Maar áls ik een sparringpartner krijg, dan M. M., en niemand anders.

Deel dit artikel

Wellicht ook interessant