Menu
BVO logo

De Transitiecirkel, een zesluik. Deel 4 Rouw

Rouw is voor iedereen uniek.

In deze serie verschenen al deel 1 Introductie, deel 2 Hechten en deel 3 Verliezen.

Op de transitiecirkel, die we als model hanteren voor het cyclische proces van het onderhouden van relaties met anderen en met ons werk, zijn we nu aangekomen bij het station van de rouw.



Figuur 1: transitiecirkel van Kohlrieser/Veenbaas e.a.


Een veel gebruikte definitie van rouw is “het totaal van gevoelens, gedachten en gedrag dat ontstaat ten gevolge van het permanent missen van iets of iemand waarmee een betekenisvolle relatie werd onderhouden”. De aard van de relatie tot het verlorene, de betekenis en de manier waarop iets of iemand dierbaar was, is mede bepalend voor de rouw. En vanuit die unieke relatie, is ook de rouw als reactie op het verlies voor iedereen uniek. Rouw wordt ook wel de achterkant van de liefde genoemd. Liefde en rouw zijn twee kanten van dezelfde medaille, onafscheidelijk verbonden via de hechting.

Rouw herkennen op het werk

Op het werk hebben we het niet gemakkelijk over rouw. Rouw is geen zakelijk begrip. Rondom een verlies door de dood, hetzij van een collega, hetzij van een dierbare van onszelf of een collega, kan het woord rouw nog wel gebruikt worden. Een verlies van een ander confronteert ons echter als vanzelf, bewust of onbewust, met onze eigen verliezen, met onze eigen kwetsbaarheid en met ons eigen ongemak en onvermogen. De zichtbare rouw van een ander drukt ons helemaal met de neus op de feiten en in een zakelijke en professionele omgeving is het vaak voor zowel de rouwende als de omstander niet gemakkelijk om de (dreigende) emoties rondom rouw toe te laten en te verduren.

Helemaal lastig wordt het als we rouw ervaren rondom andere verliezen op het werk, zoals bij een reorganisatie, fusie, ontslag of een gemiste promotie. Dan wordt rouw al snel als “weerstand” gelabeld. We kunnen en mogen rouw echter ook zien als de achterkant van de loyaliteit waarmee de werknemer zich (via het psychologisch contract) aan de werkgever verbond. In vertrouwen. Zou de weerstand er niet zijn, dan moeten we ons wellicht echt zorgen gaan maken.

Omgaan met rouw op het werk

Vanuit ons eigen ongemak staan we vaak klaar met goed bedoelde adviezen voor een rouwende. We willen zo graag dat de ander minder last heeft. Of willen we graag dat we zelf minder risico lopen? Troosten blijkt dan heel lastig te zijn, want troosten is enerzijds een woord dat ook niet goed past in een zakelijke context en anderzijds een woord dat met veel misverstanden is omgeven. Want echt troosten gaat juist om het erkennen en toelaten van eventuele emoties. Terwijl we vaak liever analyseren, adviseren en oplossen. De ander weghouden bij eventuele emoties. En ze daarmee miskennen.

Goed rouwen bestaat niet. Toch hebben we allemaal een beeld over hoe een rouwproces er uit zou moeten zien, wat helpt en hoe lang het mag duren. Vanuit deze mythes en misverstanden hebben we dan al snel een oordeel of iemand al dan niet goed rouwt. Praat hij of zij er wel over? Toont iemand wel voldoende emotie? Vlucht iemand niet in het werk of blijft hij of zij niet juist in het verlies hangen? Hoe lang is het nu al geleden, is het niet eens tijd om, het gaat toch maar om werk…? Vanuit deze vooroordelen kunnen we de ander niet echt ondersteunen, sluiten we niet aan bij de behoefte van de ander.

Rouwen is ook werken: ‘rouwarbeid’

Omgaan met rouw is geen lineair proces, waar we in de tijd verschillende emoties achter elkaar beleven en langzaam uit het dal of uit de put klimmen. De tijd doet zelf niets, als wij niets doen. De medewerker die een verlies lijdt, heeft een aantal taken te verrichten om met dat verlies om te gaan. Dat noemen we rouwarbeid. Deze taken bestaan uit het laten doordringen dat de ander of het andere er werkelijk niet meer is, het leren omgaan met een wirwar aan gevoelens en ervaringen, verder leven en werken met het gemis en het integreren van het verlies in het eigen leven: het weefsel van het (werkend) leven opnieuw weven. Dat is: betekenis geven of ontlenen aan het verlies.

Wellicht betekent verder werken met het verlies ook dat de betekenisvolle relatie, die er niet meer is, opnieuw vormgegeven dient te worden. Als deze band opnieuw vormgegeven kan worden, kan de werknemer ook daadwerkelijk de relatie met de omgeving weer aan gaan en zich open stellen voor nieuwe ontwikkelingen. De nieuwe organisatie, functie, taak, collega, enz.

Dualiteit tussen verlies en herstel

Goede en slechte dagen of perioden wisselen elkaar in rouw af, de ene keer putten we kracht uit goede herinneringen en het andere moment kunnen we het niet opbrengen om bijvoorbeeld naar foto’s uit een gedeeld verleden te kijken. We worden heen en weer geslingerd tussen een oriëntatie op het verlies, op het verleden, en een oriëntatie op het herstel, op de toekomst. Deze dualiteit, waarbij verlies, verlangen, vermijding en afleiding om voorrang strijden, blijkt heel normaal te zijn. De volgende keer zullen we daar dieper op in gaan aan de hand van het Duale Proces Model.

Een vraag en een filmfragment: “Wake up Carl”

In vervolg op de in de vorige artikelen gepresenteerde fragmenten uit de film Up! van Disney Pixar, hebben we nu een fragment dat speelt na het overlijden van Ellie. Dit fragment beantwoordt aan ons beeld van een verliesoriëntatie bij rouw, waarbij ook sprake is van secundaire verliezen: “Wake up Carl”.

We willen je in dit kader ook uitnodigen om voor jezelf na te gaan welke perioden van rouw jij zelf hebt ondergaan, hoe jij de rouwarbeid hebt verricht en hoe je zelf bent omgegaan met de dualiteit van verlies en herstel. Welke rol speelde het werk als aanleiding van rouw en op welke manier was het werk al dan niet steunend tijdens de rouw?

Dit artikel werd geschreven door Leo Wilhelm en Jakob van Wielink.

Lees ook deel 5: Duaal Proces Model

Auteur:  Jakob van Wielink

Deel dit artikel

Wellicht ook interessant