Menu
BVO logo

Zo schrijf je een goede toespraak

Het hele land kijkt er ieder jaar weer naar uit: wat gaat Koning Willem-Alexander zeggen tijdens de Troonrede op Prinsjesdag? Wát je in zo’n toespraak zegt is belangrijk, maar hóe je het zegt maakt of breekt je toespraak. Dat zagen we ook bij de coronatoespraak van Rutte afgelopen maart, waarbij hij ieder woord zorgvuldig uitkoos om maximale impact te bereiken op de luisteraars. Wil jij net zulke professionele toespraken schrijven professionele speechschrijvers? Met deze tips in je achterhoofd lukt het je.

Bepaal je doel en doelgroep

Het klinkt als een open deur, maar we nemen er nog lang niet altijd genoeg tijd voor: de voorbereiding. Wat is de doel van je tekst: wil je vermaken, informeren, overtuigen? Dat bepaalt hoe je toespraak eruit komt te zien. Is je doel vermaken, dan kies je voor luchtige thema’s en spreek je informeel en met humor. Wil je overtuigen, dan moet je bedenken: voor welke argumenten is mijn doelgroep gevoelig? Je moet sowieso van tevoren goed bedenken wie je doelgroep is en wat hun huidige kennis en houding ten opzichte van het onderwerp is. Je kunt nog wel zo mooi spreken, als je strooit met termen die je luisteraars niet kennen, zal je verhaal niet aankomen. 

Begin sterk

Je krijgt maar één kans om een eerste indruk te maken. Alleen aan het begin staan je luisteraars nog volledig open: zorg ervoor dat je meteen hun aandacht grijpt en niet meer loslaat. En dat mag best een beetje prikkelend zijn. Twijfel je hoe je moet beginnen? Dat kan bijvoorbeeld met:

  • vertellen waarom je een onderwerp behandelt;
  • een persoonlijke anekdote.;
  • een nieuwsbericht dat aansluit bij je onderwerp;
  • een probleemsituatie of wensbeeld waar het publiek zich in herkent;
  • een prikkelend citaat;
  • een retorische of echte vraag aan jouw publiek;
  • een prikkelende stelling (‘We kunnen de omzet van ons bedrijf verdubbelen als we…’)
  • schokkende cijfers (De Nederlandse economie krimpt met 8,5%. Een historische krimp)
  • een paradox of raadsel waarmee je het publiek aan het denken zet.
 

Hou je luisteraars vast

In het middenstuk heb je de kans om je punt te maken. Wil je mensen overtuigen? Geef dan hier je argumenten. Wil je informeren of vermaken? Geef dan uitleg en voorbeelden of vertel anekdotes in het middenstuk.

Let er hierbij op het volgende:

  • Inhoud. Hou het simpel. Breng niet te veel thema’s in je toespraak en kijk kritisch naar je details. Die kunnen kleur geven en voorbeelden concreet maken, maar zorg er wel voor dat je niet te veel afdwaalt.
  • Opbouw. Zorg voor een overzichtelijke lijn in je verhaal. Accentueer overgangen naar een nieuw thema met structuurzinnen, zoals ‘Zojuist heb ik het gehad over…, laten we nu eens kijken naar…‘ , ‘Mijn tweede argument is…’.
  • Taal. Stem je taalgebruik af op je publiek. Liever gebruik je iets eenvoudigere dan ingewikkelde taal. Gebruik vaktaal en abstracte woorden alleen als je zeker weet dat je doelgroep het begrijpt. Let er ook op dat je je zinnen kort houdt: tijdens een toespraak kan de luisteraar immers niet even iets opnieuw vanaf het begin af aan lezen.
 

Sluit sterk af

Een echt goede toespraak blijft hangen. Dat bereik je het best met een sterk slot. Ideeën nodig om te eindigen? Denk aan: 

  • een conclusie of samenvatting;
  • aanbevelingen;
  • een verwijzing naar of wens voor de toekomst;
  • een uitsmijterzin;
  • teruggrijpen op het begin (het verhaal is rond). Pak bijvoorbeeld terug op een beeld of anekdote uit de inleiding;
  • iets persoonlijks;
  • een citaat.
 

Maak indruk met stijlmiddelen

Stijlmiddelen zijn retorische trucs die ervoor zorgen dat jouw toespraak extra veel indruk maakt. Alle grote sprekers maken hier gebruik van. Bijvoorbeeld door:

  • Beeldspraak. Door beelden op te roepen en voorbeelden te geven, gaat de luisteraar wat je zegt echt voor zich zien.
  • Ritme. Een toespraak moet zo van je tong rollen. De truc zit in de variatie in zinsopbouw. Hoe je dat doet? Door lange en korte zinnen af te wisselen en niet steeds dezelfde zinsopbouw te gebruiken.
  • Herhaling. Door het herhalen van je belangrijkste thema of een paar betekenisvolle woorden onthouden je toehoorders beter wat je zegt. Denk bijvoorbeeld aan de ‘yes, we can’ van president Obama. Door de herhaling, ontstond er een mantra-effect en bleven die drie simpele maar o zo effectieve woordjes in  ons collectieve geheugen hangen.
  • Beginrijm (alliteratie). Een aantal woorden na elkaar, of vlak bij elkaar, die met dezelfde letter beginnen: ook dat geeft een haast muzikale klank aan een tekst. Zo stonden in de overwinningsspeech die president Obama hield in november 2012, veel allitererende woorden die met een ‘f’ begonnen: family, founders, future, forward, fought, former.
  • Drieslag. Geeft ritme, eenheid en suggereert volledigheid. Wie kent niet de reclameklassieker: Heerlijk, Helder, Heineken. Drieslag én alliteratie!
 

Nieuwsgierig naar meer? 
Bekijk eens onze training Beleid Maken en Beleid Schrijven of  Overtuigend en Inspirerend Presenteren.
Naar een eerder Boertien Vergouwen Overduin-artikel van Riny Kerkhof.

Deel dit artikel

Wellicht ook interessant